Overzicht Thies in WOI

uitleg bij vertaling:

In het Frans van het leger (zeker in oudere documenten) betekent "subsistance" de verstrekking van rantsoenen of voeding en basisvoorzieningen aan soldaten. Het gaat dus over eten, drinken en soms ook uitrusting, zoals kleding of slaapmateriaal. 

7-12-1917 tentré de subsistance et réjoint l'E, Mw IIe Groupe du 3e artillerie (administré par la 40e Batterie)

Vrij vertaald betekent dat:

"Op 7 december 1917 begonnen met het ontvangen van rantsoenen (of toegevoegd aan de bevoorrading) en teruggekeerd/joined bij de E, Mw (mogelijk Escadron de munitions?) van de IIe Groupe van de 3e artillerie, administratief beheerd door de 40e batterij."

Hij werd die dag weer opgenomen in de voedsel-/voorraadlijst (dus hij kreeg opnieuw rantsoenen — bv. na een verblijf in een hospitaal of na detachering) en sloot zich opnieuw aan bij zijn eenheid, die bestond uit een onderdeel van de 3e artillerie, administratief beheerd door de 40e batterij. 

chat gpt maakt er dit van (straf eigenlijk)

"Een leven in beweging – de militaire jaren van Thies"

Op 16 december 1912 trad Thies in dienst bij het 5e Artillerieregiment. Een jaar later, op 16 december 1913, werd hij overgeplaatst naar de 40e batterij van het 3e Artillerieregiment, als gevolg van een brede reorganisatie binnen het Belgische leger.

Met het uitbreken van de oorlog raakte Thies op 8 november 1914 tijdelijk toegevoegd aan de staf van de 14e Gemengde Brigade, waar hij bleef tot minstens 10 november. Het waren verwarrende dagen, waarin manschappen en bevelhebbers zich voortdurend verplaatsten en noodgedwongen werden herschikt.

Op 7 oktober 1915 keerde hij terug naar zijn vertrouwde 40e batterij van de 3e artillerie. Toch bleef zijn rol flexibel: op 8 november 1915 werd hij alweer ingeschakeld bij de staf van de 3e Legerdivisie, en een week later, op 15 november, tijdelijk overgeplaatst naar een eenheid aangeduid als het C.I.O. — vermoedelijk een instructiecentrum of logistieke cel.

Op 10 maart 1917 keerde hij terug uit tijdelijke detachering, maar de rust was van korte duur. Reeds op 31 juli 1917 werd hij toegewezen aan het 3e Transportkorps, 4e compagnie, een eenheid die zorgde voor het vervoer van voorraden en munitie aan het front.

Op 7 december 1917 werd Thies opnieuw teruggeroepen naar zijn eigen eenheid. Hij werd ingedeeld bij een specifiek onderdeel — mogelijk een munitie-eskadron — binnen het IIe Groupe van de 3e artillerie, administratief nog steeds onder de 40e batterij.

De oorlog eiste intussen zijn tol. Op 21 augustus 1919 werd hij ziek opgenomen in wat waarschijnlijk de divisie-ziekenboeg was (I.M.D.). Vier dagen later, op 25 augustus, was hij voldoende hersteld om terug te keren naar zijn eenheid.

Maar zijn diensten werden opnieuw gevraagd: op 19 februari 1919 werd hij tijdelijk toegevoegd aan de Belgische missie in Jambes. Pas op 11 augustus 1919 keerde hij definitief terug, ditmaal vanuit het Groot Hoofdkwartier.

En toen, op 23 september 1919, kreeg hij eindelijk onbeperkt verlof. De oorlog was voorbij, en Thies mocht naar huis.

De documenten eindigen met de handtekening van Majoor Verhamme, commandant — een laatste formele groet aan een man die zijn jaren van jeugd en kracht had doorgebracht in dienst van een land dat in brand stond.